en ergens kraait een haan

Het is nog schemerig als ik mijn ogen open doe. Zo’n zachtblauwige lucht met een lichtroze gloed, die je eigenlijk in Nederland maar zelden ziet. Nog niet helemaal wakker kijk ik naast me, daar ligt hij nog te slapen, de man uit mijn dromen. Gelukkig.

Alsof ik langzaam ontwaak uit een comateuze toestand begin ik steeds meer te beseffen waar ik ben. Het lijkt alweer zo lang geleden dat we op het vliegveld stonden met zijn allen. Langzaam ontdek ik steeds meer geluiden, nog steeds slaperig ontwaar ik het gekoer een duif, de geur van dennenbomen zucht voorbij, zo’n geur die je zelfs in de verste uithoek van de wereld nog gerust kan stellen, ik sluit mijn ogen weer en laat alles op me inwerken, de geuren, de geluiden…. het is zo vertrouwd, maar dit bed, deze kamer zijn nog vreemd en het is net of ik nog steeds droom. Terwijl ik zo zachtjes heen en weer in en uit bewustzijn glij voel ik me steeds gelukkiger. Ik open mijn ogen en ben weer wakker, er is hier vast nog een kamer, die moet er zijn! Ik stap zachtjes uit bed en vind naast onze kamer een deur, hij staat open en ik steek mijn hoofd om het hoekje, ja hoor, daar liggen ze. Drie volmaakte, prachtige blonde kindjes, twee meisjes en een lief klein ventje. Zij hebben dezelfde droom, ik zie de glimlach op hun kleine gezichtjes.

Ik hoor zachtjes miauwen, wij hadden onze katten toch thuisgelaten? Ik schud mijn hoofd, in een poging nog wat wakkerder te worden, maar ik stop er gauw mee, ik wil dit gevoel nog niet kwijt. Ik vind de trap en loop heel zachtjes naar beneden, ik wil ze niet wakker maken. Als ik de keukendeur open en het balkon op ga zie ik daar een heerlijke stoel, ik vlei mezelf in de kussens en leg mijn voeten op de balustrade. Het is hier heerlijk, het waait zachtjes en de wind neemt nog meer heerlijke geuren mee, ergens moet een vijgenboom staan en ik ruik ook iets van een gardenia. Voor me staan de naaldbomen, die hun best doen om met hun geur overal bovenuit te steken. Het lukt, maar de combinatie is verrukkelijk.

Ineens springt er een heel klein katje op de balustrade en loopt via mijn benen naar mijn schoot. “Was jij zo aan het miauwen?”, maar haar enige antwoord is een zacht geknor en ik krijg een neus in mijn nek geduwd, ze probeert kopjes te geven, maar ze is nog maar zo klein, het lukt nog niet helemaal. Terwijl we zo een tijdje met zijn tweetjes zitten begint het  lichter te worden, het zachte roze verdwijnt uit de lucht en de dag staat te springen om te beginnen. Van mij hoeft het niet, laat het nog maar even ochtend blijven.

Ik geniet van dit moment, tussen nacht en dag in, er lijkt niemand op deze wereld te zijn behalve ik en het katje, de geur van de bomen en planten, het gekoer van de duiven en oh….ergens in de verte kraait een haan, de dag gaat nu echt beginnen.

Laat een leuke krabbel achter!

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.